De afbouw van de EMO is alweer in volle gang; exposanten hebben hun leads verzameld; en bezoekers praten ongetwijfeld nog over wat ze op de EMO Hannover gezien hebben. Revolutionaire innovaties waren er niet, wat eigenlijk niet gek is. Het gaat vooral om doorontwikkelingen en verbeteringen. En om digitalisering. Innovatie is echter het enige juiste antwoord van de Europese machinebouw, hoor je steeds. Maar kan Europa nog snel genoeg innoveren?
AMR’s worden al langer getoond op industriebeurzen. In combinatie met de flexibele robotcellen schuif je hiermee een heel eind op richting de lights-out-factories waar al jarenlang over gesproken wordt. Een interessante ontwikkeling op dit vlak is het nieuwe softwareplatform dat System 3R in Hannover demonstreerde.
De jacht op data van de bedrijven is geopend

Eén platform om alles mee aan te sturen
De dochter van United Machining Solutions presenteert zich sinds ruim een jaar steeds onafhankelijker van het Zwitserse moederbedrijf, een koers die na de overname van GF Machining Solutions door United Grinding wordt voortgezet. System 3R heeft een nieuw softwareplatform vanaf nul ontwikkeld omdat men naar een architectuur zocht die flexibiliteit biedt om alles in de maakindustrie te kunnen koppelen. Bijvoorbeeld de besturing van de AMR’s. De ambitie van System 3R is maakbedrijven een softwareplatform aan te bieden waar ze via API’s zowel hun machines, gereedschapsystemen, robots en ook AMR’s kunnen koppelen om alles vanuit één omgeving aan te sturen. Alles merk-onafhankelijk. Dat is totaal anders dan je bij grote partijen ziet, die klanten binnen hun eigen ecosysteem proberen te houden. Krijgen we een soort IoS of Android voor de metaalbewerking?
De jacht op data
Data zijn momenteel een van de sleutelwoorden in de maakindustrie. Iedereen wil iets met data doen; iedereen denkt met zijn innovatie, data te kunnen gebruiken om de processen te verbeteren. De EMO 2025 liet zien dat veel partijen de data van hun klanten maar al te graag willen hebben. Of het nu system integrators zijn, CADCAM- en MES- ontwikkelaars: veel partijen zien er een nieuw verdienmodel in om de verschillende systemen in een maakbedrijf aan elkaar te knopen, de data te analyseren met AI en vervolgens vanuit deze resultaten te sturen. Interessant is te zien welke partij hier de markt gaat leiden, want dat er zoveel verschillende partijen naast elkaar blijven bestaan, lijkt onwaarschijnlijk. Deze ontwikkeling geeft wel het belang van interoperabiliteit aan, wat de Duitse machinebouwers enkele jaren geleden goed hebben gezien met hun initiatief voor de ontwikkeling van umati.
Data Alliance
Op de EMO heeft een aantal machinebouwers, waaronder Grob, Trumpf, Chiron, Renishaw, Heller en Voith bekend gemaakt zich aan te sluiten bij de Data Alliance. Dit is een initiatief van Siemens en het Werkzeugmaschinenlabor WZL Aachen. Door de uitwisseling van geanonimiseerde machinedata, kunnen hoogwaardige datasets gecreëerd worden die essentieel zijn voor het trainen van industriële AI-systemen. “Betrouwbare toegang tot deze gegevens is de sleutel tot de ontwikkeling van robuuste AI-oplossingen,” benadrukt professor Christian Brecher van WZL. “De toekomst van productiebedrijven ligt op het snijvlak van data, generatieve AI en gesimuleerde en echte bewerkingsmachines,” legt professor Brecher uit. “Met deze Data Alliance bundelen we de krachten van de industrie en de wetenschap om de CAD-CAM NC-keten verder te ontwikkelen en uitdagingen in de interactie tussen proces en machine effectief het hoofd te bieden.”
Baanbrekende innovaties ontbraken
Dat zal dan iets voor de volgende EMO zijn. Want eerlijk gezegd: baanbrekende AI toepassingen ontbraken in Hannover. Dat Siemens dankzij AI het programmeren van een 3-asser vergemakkelijkt is prima, maar nieuw is dit niet. En dat je dankzij AI en synthetische data gemakkelijker visiontechnologie kunt toepassen en zelfs kwaliteitscontroles kunt uitvoeren is zeker innovatief, maar absoluut niet nieuw. Voor de baanbrekende toepassingen van AI was deze EMO net te vroeg. Met dit soort initiatieven kan de Europese machinebouw belangrijke stappen zetten, mits er voldoende snel ontwikkeld wordt.
Het tempo waarin de Chinese industrie zich ontwikkelt, is indrukwekkend
China is er en gaat niet meer weg
Want de grote vraag is: kan Europa de AI-oplossingen voor de maakindustrie snel genoeg ontwikkelen en implementeren. Want er is een nieuw kid on the block in de verspaning: China. De geschiedenis herhaalt zich, is een bekend spreekwoord. Waar veertig, vijftig jaar geleden de Japanse machinebouwers marktaandeel in Europa probeerden te winnen, is dat nu China. Je kon op de EMO niet om het land heen. Bijzonder is de snelheid waarmee de Chinese machinebouwers zich ontwikkelen. Tien jaar geleden vulden ze de randen van de beurzen, tegenwoordig profileren ze zich als een partij die je serieus moet nemen. Ze leren ook snel. Meerdere Chinese fabrikanten gaven in gesprekken aan te hebben geleerd van hun ervaringen: wil je in Europa voet aan de grond krijgen, moet je lokaal service bieden. Sommigen hebben dat al opgepakt, anderen zijn er volop mee bezig.
Concurrentie neemt toe
De Chinese machine-industrie groeit snel. Kwalitatief zit men op een steeds hoger niveau. En India, nu nog een sterk groeiende afzetmarkt, zal ook komen. Mazak heeft er in korte tijd een fabriek uit de grond gestampt, vooral voor de lokale markt. Maar een van de Indiase machines, een eenvoudige 3-asser, wordt nu toch leverbaar in Europa. Omdat de kwaliteit van de eenvoudige machine aan de Mazak standaard voldoet en omdat men er een markt voor ziet. Het lijkt haaks te staan op wat je steeds opnieuw hoort in gesprekken met Europese fabrikanten: we moeten innoveren om de voorsprong vast te houden. Blijkbaar gaat het ook erom de eigen markt te beschermen.
Innovatie, dat is volgens Marcus Burton, voorzitter van het Economisch Comité van CECIMO, de enige troefkaart die de Europese machinebouwers kunnen trekken. Maar als de bedrijven bedolven worden onder EU-bureaucratie, onder hogere energiekosten dan elders in de wereld en hun lokale afzetmarkt zien krimpen, hoe hou je dan nog bedrijven over die kunnen innoveren in het tempo waarmee in Azië geïnnoveerd wordt?