Siemens pakt dit jaar op de Hannover Messe nog grootser uit met AI dan een jaar geleden. Niet alleen won het de Hermes award voor de manier waarop Copilot in de software geïntegreerd wordt; Siemens presenteert op de beurs een aantal samenwerkingsverbanden met andere bedrijven en samen met Microsoft lanceert het een Industrial Foundation Model. Zeg maar een ChatGPT voor de industrie.
Ook in de Siemens persconferentie op de Hannover Messe bleef de geopolitieke storm die door de wereld raast niet onbesproken. De realiteit is die van onzekerheid. En in onzekere tijden is het altijd moeilijk navigeren. Flexibiliteit in productie is voor OEMs de oplossing, meent Cedrik Neike, CEO Siemens Digital Industries. “Software, automation en digital twin helpen daarbij. Dit is een kans.” Vooral dankzij AI. Want kost het normaal zes maanden om een productielijn op te bouwen, dankzij de digital twin en AI en modulariteit kun je al in twee dagen reageren op veranderingen.
Virtuele PLC’s bij Audi aangestuurd vanuit datacenter kilometers verderop

Industrial Foundation Model
Ook Siemens CEO Roland Busch wil vooral in kansen denken. In zijn openingstoespraak op de beurs sprak hij over een kans die je maar één keer in je leven krijgt. De grootste technologische hefboom is industriële kunstmatige intelligentie. Hij ziet een enorme kans voor Duitse industrie: “We hebben domeinkennis – we begrijpen onze industrieën. En we hebben de gegevens. Samen met AI is dit een winnende combinatie.” Heel concreet is de samenwerking met Microsoft. Siemens lanceert op het Azure platform van Microsoft een Industrial Foundation Model (IFM), zegt maar het large language model voor de industrie. IFM verwerkt en plaatst 3D-modellen en 2D-tekeningen in de juiste context, aangevuld met industriële gegevens en technische specificaties. Het is ontworpen om op gegevens gebaseerde oplossingen aan te reiken. Daarmee verbetert de samenwerking tussen mens en machine; wordt de efficiency hoger evenals de kwaliteit door de hele waardeketen “IFM verkleint de kloof tussen geschoold personeel en operational excellence.” Om bedrijven te helpen met deze stappen kondigt Siemens aan samen met Accenture een nieuwe businessgroepp te starten, met 7.000 medewerkers. Hier komen automatisering, data en AI samen.
Virtual manufacturing bij Audi
Dit klinkt voor sommigen misschien ver weg. Siemens, dat zich ontwikkelt richting een ONE Tech Company, demonstreert in Hannover hoe het Audi ondersteunt om het tijdperk van virtual manufacturing met AI en IT-gedefinieerde automatisering in te stappen. Voor het eerst werkt Audi met virtual programmable logic controllers (vPLCs). Deze sturen de Audi-fabriek in Bollinger Höfe aan. In plaats van hardware gebaseerde besturingen dichtbij de machines en robots, draaien de virtual controllers in een datacenter kilometers verderop. Siemens is wereldwijd het eerste bedrijf dat hiervoor een veiligheidscertificaat van TüV heeft gekregen. Audi vergroot met deze oplossing de flexibiliteit in de productie, de snelheid en kan gemakkelijker AI inzetten om de productie te ondersteunen.
Siemens miste bepaalde simulatietechnologie die Altair wel heeft
Waarom overname Altair?
Tijdens de persconferentie aan het eind van de eerste dag ging Cedrik Neike uitgebreid in op de overname van Altair. Het biedingsproces is maandag officieel afgelopen. Siemens neemt Altair voor miljarden euro’s over omdat het Canadese concern de gaten in de simulatieoplossingen van Siemens vult en vanwege de expertise met high performance computing. Volgens Neike miste Siemens de capaciteit voor mechanische en elektro-mechanisch simulaties. “Als je een digital twin bouwt, moet je simuleren en daarvoor misten we onderdelen. Samen met Altair hebben we deze capaciteit wel.” Deze informatie is nodig als je nieuwe AI modellen gaat bouwen.
High performance computing
Hij wijst bovendien op de kracht van Altair dat het werken met een mesh structuur toegankelijk heeft gemaakt. Het derde argument voor de overname is de ervaring die Altair heeft opgebouwd met high performance computing en data analytics. Dankzij deze high performance computing technologie kan de rekenkracht verdeeld worden over meerdere clouds. Cedrik Neike verwacht evenwel dat 80 tot 90 procent van de data op de productiesite zal blijven. “Alleen het trainen van modellen doen we in de cloud, met edge computing houden we de data zoveel mogelijk bij de productie.”